Franchement, ik zie veel beginners meteen op de verkeerde dingen letten. Ze willen een gitaar die er cool uitziet, met vlammen of een rare bodyvorm, terwijl dat meestal niet het belangrijkste is. Wat wél telt, zijn comfort, gewicht en hoe de hals in je hand ligt. Persoonlijk vind ik dat minstens zo belangrijk als de sound. En als je trouwens ook foto’s wil leren maken van je gear of je eerste gigs, check dan gerust https://photo-sport.fr – handig om meteen je muzikale avontuur vast te leggen.

Kies een model dat bij je stijl past

Speel je vooral rock of metal ? Dan gaat een Les Paul-achtige gitaar met humbuckers je gelukkig maken. Wil je eerder funk of indie spelen ? Een Stratocaster of Telecaster voelt dan vaak natuurlijker. Denk gewoon aan je favoriete bands : wat spelen zij ? Grote kans dat hetzelfde type gitaar jou meteen in de juiste vibe zet.

Test het gewicht en de hals

Veel beginners vergeten dit : een te zware gitaar kan je schouders slopen tijdens repetities. En een dikke hals kan je vingers snel vermoeien. In de winkel gewoon even gaan zitten én staan met de gitaar, een beetje rondhangen alsof je al op een podium staat. Je voelt snel genoeg of het klikt of niet.

Begin slim met je budget

Je hoeft echt geen 1000 euro neer te leggen om te starten. Rond de 250 à 400 euro vind je al serieuze instapmodellen die goed klinken en degelijk gebouwd zijn. Yamaha Pacifica, Squier Stratocaster, Epiphone Les Paul… dat soort gitaren. Ik ken mensen die nog steeds met hun eerste Yamaha spelen, tien jaar later. Goedkoper kan ook, maar dan riskeer je sneller slechte afwerking of een hals die nooit lekker afstelt.

Vergeet de versterker niet

Een elektrische gitaar zonder versterker is een beetje als een camera zonder lens : je mist de helft. Investeer dus ook in een kleine combo-amp die een zuiver geluid geeft en eventueel een beetje overdrive. Voor thuis is 10 tot 20 watt echt genoeg. Je buren zullen je dankbaar zijn.

Laat je niet gek maken door accessoires

De verkoper zal je meteen plectrums, kabels, tassen en pedalen willen verkopen. Ja, je hebt basics nodig : een degelijke kabel, een stemapparaat, misschien een draagtas. Maar die dure pedalboard van 300 euro kan echt wachten. Eerst leren spelen, dan pas gear uitbreiden.

Mijn persoonlijke tip

Als je twijfelt tussen twee modellen : kies degene die je het liefste weer uit de koffer haalt. Klinkt misschien stom, maar die “zin om te spelen”-factor is goud waard. Ik heb ooit een Telecaster laten liggen voor een gitaar die er cooler uitzag, en ik heb er spijt van. Met die Tele had ik waarschijnlijk veel meer uren gespeeld. En uiteindelijk gaat het daarom, toch ? Muziek maken, plezier hebben en groeien.

Dus : neem de tijd om te testen, luister naar je gevoel en vergeet de marketingpraatjes. Je eerste elektrische gitaar moet jou zin geven om elke dag te spelen. Als dat lukt, dan heb je de juiste keuze gemaakt. Succes !

Frappant genoeg zie je die liefde voor het tastbare ook terug in andere creatieve niches. Een vriend van mij – fotograaf – vertelde dat steeds meer klanten juist teruggrijpen naar afgedrukte foto’s in plaats van enkel digitale bestanden. Ik moest meteen denken aan sites zoals https://christianphoto.fr, waar je dat ambachtelijke gevoel in beelden terugziet. Precies datzelfde gevoel brengt vinyl met zich mee : traag, aandachtig, fysiek.

Waarom juist nu ?

Er zijn meerdere redenen waarom vinyl booming is. Eerst en vooral : de beleving. Muziek streamen is handig, maar het is vluchtig. Met een plaat neem je tijd. Je draait het hoesje om, leest de liner notes, kiest bewust een kant. Dat ritueel maakt luisteren weer een activiteit, in plaats van achtergrondruis.

Daarnaast is er de klank. Veel mensen zweren dat vinyl “warmer” klinkt. Technisch kun je daarover discussiëren, maar ik herken het zelf : er zit een diepte in die mp3’s vaak missen. Misschien is het deels suggestie, maar who cares ? Als je kippenvel krijgt, dan werkt het.

Hoe begin je zelf ?

Oké, je wilt meedoen met de vinyl-revival. Waar start je ?

1. Een degelijke platenspeler. Vermijd de supergoedkope koffer-modellen die je bij een discounter vindt. Ze zien er leuk uit, maar de naald kan je platen beschadigen. Voor beginners zijn merken als Audio-Technica of Pro-Ject vaak een veilige keuze.

2. Een goede versterker en speakers. Ja, je kunt een platenspeler aansluiten op een bluetooth speaker, maar geloof me : dat doet afbreuk. Ga voor een set actieve speakers of een versterker met phono-ingang. Dat maakt een wereld van verschil.

3. Platen schoonhouden. Echt waar, stof is je vijand. Een simpele carbonborstel en een antistatische binnenhoes besparen je heel wat frustratie.

Waar koop je platen ?

Tuurlijk, je kunt online terecht (Discogs is de hemel voor verzamelaars), maar het leukste is om lokaal te struinen. In Amsterdam heb je Concerto, in Rotterdam Velvet Music… Elke stad heeft wel zo’n plek waar je uren kunt bladeren. En eerlijk : hoe tof is het om die ene plaat te vinden die je niet zocht, maar die je dag compleet maakt ?

Is vinyl voor iedereen ?

Misschien niet. Het vraagt geduld, ruimte en een beetje investering. Maar dat is ook het punt : het haalt je weg van dat instant-gratis-alles. Het maakt muziek weer iets bijzonders.

Dus, wat denk jij ? Ga je voor de charme van het kraken, of blijf je liever in de cloud ? Eén ding is zeker : vinyl is terug. En dit keer lijkt het niet zomaar een trend, maar een blijvende liefde.

Stap 1 – Zorg dat je in een rustige omgeving zit

Klinkt logisch, maar echt : probeer niet te stemmen terwijl de drummer naast je z’n fills oefent. Zelfs een zacht achtergrondgeluid kan je oren of je tuner in de war brengen. Ik doe het vaak gewoon op de bank, kop koffie erbij, en even ademhalen voor ik begin. Hoe minder ruis, hoe beter je hoort wat je doet.

Stap 2 – Kies je stemmethode

Er zijn grofweg drie opties : stemmen op gehoor, met een clip-on tuner, of via een stem-app op je telefoon. Persoonlijk zweer ik bij een clip-on. Ze zijn betaalbaar (20-30 euro voor een degelijke), betrouwbaar en pakken alleen de trillingen van je snaren op. Een app kan handig zijn als je net begint, maar let op : die pakt omgevingsgeluid mee. En ja, stemmen op gehoor is cool, maar dat komt later wel.

Stap 3 – Ken de standaardstemming

De meeste bassen hebben 4 snaren en die worden van laag naar hoog gestemd als E – A – D – G. Heb je een 5-snarige, dan zit er onder die lage E nog een dikke B-snaar. Dat is geen detail, dat is een gamechanger voor je sound. Onthoud : lage E is vaak het ankerpunt. Begin daar en werk omhoog.

Stap 4 – Draai langzaam, luister goed

Pakken we de lage E als voorbeeld : sla de snaar aan, kijk naar je tuner en draai de stemknop rustig. Te snel draaien is vragen om overstemmen (en soms zelfs een snaar breken, geloof me, dat wil je niet horen knallen in je gezicht). Als je merkt dat je vlakbij de juiste toon zit, draai nog voorzichtiger. Soms is een kwartslag al te veel. En vergeet niet : altijd naar boven stemmen in plaats van terugdraaien. Dat houdt de snaar stabieler.

Stap 5 – Check het hele setje

Als alle snaren goed staan, ga er dan nog één keer overheen. Het kan zijn dat het stemmen van de ene snaar de spanning op de hals een beetje verandert, waardoor een andere snaar net weer afwijkt. Even dubbelchecken dus. Ik geef daarna altijd nog een paar stevige aanslagen om te voelen of alles stabiel blijft. Klinkt alles strak ? Dan ben je klaar om te spelen.

Extra tip : stem voor elke repetitie of opname

Zelfs als je gisteren hebt gestemd, kan je bas door temperatuurverschillen of vocht in de lucht nét een beetje uit de toon gaan. Vooral als je op zolder oefent in de winter en het daar voelt als een koelkast. Dus : snel stemmen voor je begint. Het kost je 2 minuten en je klinkt 100 keer beter.

En jij ? Ben je meer van de ouderwetse stemvork of vertrouw je blind op je tuner ? Hoe dan ook : een bas die strak in de toon zit, maakt alles lekkerder om te spelen. En daar gaat het uiteindelijk om.